In de veilingcatalogus Dalva Brothers, Parisian Taste in New York zag ik op de laatste pagina een lot uit de nalatenschap van Edulji en Bachoo Dinshaw. De familie Dalva had 80 jaar een antiekhandel in New York waar voornamelijk in 18de eeuwse meubels en interieurstukken werd gehandeld. Ze verkochten aan internationale musea als het Louvre en The Met, verzamelaars en interieurontwerpers. Ook kochten ze stukken in uit de nalatenschap van Helena Rubinstein, Elsie de Wolfe en broer en zus Dinshaw.
Edulji Dinshaw was een welgestelde Parsi uit Mumbai die zich kort voor de Tweede Wereldoorlog in New York vestigde en daar een huis gelegen aan 1081 Fifth Avenue kocht. Zijn zus de gravin Bachoobai Woronzow-Daskow, beter bekend als Bachoo kwam, vermoedelijk na haar scheiding, bij hem wonen. Edulji richtte zelf het huis in en deed dit volledig met 18de eeuwse Europese topstukken. De kwaliteit van de collectie van Edulji Dinshaw was vergelijkbaar met die van Henry Clay Frick of John Pierpont Morgan. Bachoo is geportretteerd door Cecil Beaton en bestelde couture bij Charles James en Edulji reed rond in een Bentley waarvan het interieur was uitgevoerd in luipaardvel. Toch is er buiten deze wetenswaardigheden verder niets te vinden over Edulji en Bachoo.