De eerste die het begrip Interior Decoration heeft gebruikt was een Nederlander genaamd Thomas Hope (1769-1831). Hope was een telg van een rijke, oorspronkelijk Schotse bankiersfamilie, die in Amsterdam was gevestigd. Hope bracht zijn jonge jaren in Amsterdam en Heemstede door, waarna hij op een grand tour vertrok en daarbij naast de gebruikelijke plaatsen in Italië ook Griekenland, Turkije en Egypte bezocht, waarbij hij een groot aantal objecten kocht. Op de vlucht voor de Franse bezetting van Nederland vestigde Hope zich in Londen. Daar kocht hij een door Robert Adam ontworpen huis gelegen aan Duchess Street, Portland Place. Hij verbouwde het, waarschijnlijk prachtige Adams, interieur om zijn tijdgenoten te onderrichten in de klassieke smaak. Hij ontwierp kamers, voorwerpen en meubels geïnspireerd door de klassieke oudheid en verzamelde een enorme hoeveelheid objecten. Hij stelde zijn huis open voor bezoekers, maar vroeg daar wel geld voor. Het bleef een Nederlander natuurlijk. Ook publiceerde hij in 1807 het boek Household furniture and Interior Decoration waarin hij zijn theorieën uiteenzette. In 1851 werd het huis aan Duchess Street afgebroken, de meubels en andere voorwerpen bevonden zich inmiddels in het huis van de Hope familie, Deepdene in Surrey. In het begin van de 20ste eeuw was er een grote Deepdene veiling en ontstond een hernieuwde interesse in Thomas Hope. Zijn invloed is te zien in de Art Deco en Hollywood Regency stijlen van die tijd.