Het grote voordeel van het Ayurvedische kuuroord in Bad Wildstein was dat ik daar van het terrein af mocht. In India moest je 2 weken binnen de hekken blijven, wat mij voor het effect van de kuur beter lijkt. Maar zodra het kon ging ik van het hotelterrein af en ik heb Traben en Trarbach dus grondig verkend. Door een grote brand in de negentiende eeuw staan er in beide dorpen weinig écht oude gebouwen. De rijkdom uit de tijd dat Traben-Trarbach de belangrijkste Duitse wijnhandelsstad was is nog wel goed te zien. De gebouwen lijken te groot voor wat nu een slaperig stadje is.
Tijdens het eerste weekend van mijn verblijf werd de jaarlijkse vlooienmarkt gehouden. Ik heb daar voor het eerst sinds jaren weer Duits gesproken en zelfs grapjes gemaakt met een paar van de handelaren waar ik iets kocht. Ik denk dat ze goede zaken hebben gedaan in het dorp want de lokale mensen houden er van hun huis en tuin vol te stouwen met allerlei decoratie.
De leukste aankoop op de vlooienmarkt zijn twee fotoalbums uit begin jaren 50. De hoofdpersonen zijn een broer en zus, of misschien man en vrouw, ik moet het nog goed bestuderen. Het zijn geweldige foto's, het is duidelijk dat de afgebeelde mensen vrolijk en levenslustig zijn. Niet het eerste gevoel dat je krijgt bij Duitsland vlak na WO2.
Wat mijn bezoek aan Traben-Trarbach echt de moeite waard maakte was het Mittelmoselmuseum. Het museum is gevestigd in de stadsvilla van de familie Böcking. Er zijn een aantal stijlkamers en verder wordt de lokale geschiedenis getoond door tekeningen, maquettes en levensgrote stillevens met etalagepoppen. Ik ben er twee keer geweest, zo geweldig is het. Het dak moet vernieuwd worden en er is scheurvorming in de muren, misschien door verzakking. Ik was er net op tijd, want een van de vrijwilligers vertelde dat de staat het museum wil laten opknappen en het dan meteen gaat herinrichten. Dat betekent het einde van een charmant museum waar je voor 3 euro even gezellig kan rondkijken.